
AKTE 2
Scene 1
De Kathedraal in Buda, Hongarije (1867) – de kroning
Lucheni:
-
Hierheen, hierheen, dames en heren! Terwijl daarbinnen in de
-
kathedraal van Boedapest, op deze gedenkwaardige achtste juli
achttienhonderdzevenenzestig, de keizer van Oostenrijk en de
bovenaards mooie Elisabeth koning en koningin van Hongarije
worden krijgt U de unieke gelegenheid een waardevolle
herinnering te kopen en niet duur! Kom dichterbij… Komt U toch allemaalnet iets dichterbij, op het puntje van uw stoel. Want het wordt spannend!
Bekijk die foto goed
Elisabeth met zoontje, ‘t is voor een lage prijs
En zie, is dit niet zoet?
De keizer met familie viert kerstmis in ‘t paleis
En kijk eens hier, ‘t gelukkig stel
‘T is een en al verliefdheid zie je wel?
Of een fraai beschilderd bord
Daarop Sissi in gebed verzonken in de hofkapel
Neem een prachtig souvenir mee, vol van keizerlijke sfeer
Zo fijnzinnig, lief en innig, mijn God wat wil je meer?
Kitsch!
Kitsch!
Kitsch!Zeg, haal je neus niet op
Doe niet alsof jou werkelijk de waarheid interesseert
De waarheid kost je niks
Maar wat heb je aan een waarheid die alleen maar deprimeert?
Oh, Elisabeth is in
Men spreekt van haar al meer dan honderd jaar
Maar wie ze werkelijk was
Dat wordt je uit geen enkel boek of uit een film gewaar
Wat bracht haar de aanbidding? Wat bracht haar haat en nijd?
Wat bleef er van haar leven nog over in de tijd?
Slechts Kitsch!
Kitsch!
Kitsch!Nou, als je ‘t echt wilt weten
Jullie Sissi was in werkelijkheid een tragisch figuur
Van ‘t strenge protocol
Dacht zij zich te bevrijden, maar stuitte op een muur
En toen het duidelijk werd
Dat Sissi in de val gelopen was
Gevangene van pracht en praal
Toen werd ze echt wanhopig en begon het drama pas
Maar jullie willen sprookjes zien
Dus rest ons na wat tijd
Van schoonheid en van schande
Van droom en werkelijkheid, slechts
Kitsch!
Allemaal Kitsch!
Alles is Kitsch!
Kitsch
Oooooooooooooh kitsch ….
Scene 2
Slot Godollo, Hongarije – kleine Rudolf
Rudolf:
-
Moeder, waar ben je?
-
Ik wil je spreken
Ik wil zo graag iemand om me heen
Maar met mijn vrienden mag ik niet spelen
Het protocol, zegt iedereen
Moeder, ik voel mij hier opgesloten
Ik wil m’n vrijheid net als jij
Toch wil jij nooit je zoon om je heen
Waarom laat jij mij alleen?
De Dood:
-
Zij heeft voor jou nog altijd geen tijd
Rudolf:
-
Waarom?
De Dood:
-
Ze maakt zich mooi
- Ze heeft zich door haar schoonheid bevrijd
Rudolf:
-
Van mij?
De Dood:
-
Ik ben dichtbij
Rudolf:
-
Moeder, ik voel mij soms zo opstandig
-
Ik word van alles afgeschermd
Help je zoon, waar moet ik nu heen?
Waarom laat jij mij alleen?
Scene 3
Salon Sophie in de Hofburg – politiek spel
Lucheni:
-
Het schaakspel van de macht, de keizer vraagt zijn vrouw advies
-
De dame in het spel heet nu Elisabeth
De schoonmoeder is bang dat zij dit keer het spel verliest
Verzamelt haar pionnen voor een meesterzet
Sophie:
-
Ik ben ontzet
-
De monarchie moet gered
Mijn zoon luistert niet meer naar mij
Elisabeth die streeft me voorbij
Van nu af aan wij tegen haar
Grunne:
-
Er dreigt ons beslist groot gevaar
Rauscher:
-
We moeten iets doen
Hubner:
-
En direct
Hofkliek:
-
Voor zij volledig aan de touwtjes trekt
Schwarzenberg:
-
Het is onverteerbaar hoe zij Hongaren protegeert
- Nu men een rebel als landsminister installeert
Kempen:
-
Zij kent liberalen en leest verboden literatuur
Schwarzenberg:
-
Hoe moet dat nu verder, die bombardour speelt echt met vuur
Hofkliek:
-
Wij tegen haar
-
De monarchie in gevaar
We moeten iets doen en direct
Voor zij volledig aan de touwtjes trekt
Grunne:
-
Ik begrijp de keizer wel, want…
Sophie:
-
Want?
Grunne:
-
Wel, ik vind, als man….
Kempen:
-
Als MAN?
Grunne:
-
Ja, ze is opwindend mooi…
Sophie:
-
Mooi? Zijn er meer van.
Schwarzenberg:
-
Ik heb U door
Hubner:
-
U heeft een plan
Rauscher:
-
Stel het ons voor
Sophie:
-
Vuur kan men slechts met vuur bestrijden
Hubner:
-
En dus een vrouw…
Hofkliek:
-
Slechts met een vrouw
Sophie:
-
Bevrijd de keizer van haar heerschappij in bed
Schwarzenberg:
-
Het is achterhaald dat men enkel voor die ene leeft
Grunne:
-
Het wordt hoog tijd dat hij zich op het slechte pad begeeft
Schwarzenberg:
-
Ik ken een salon waar zelfs de hoogste adel vrijt
Grunne:
-
Hij wordt in die kringen door mij persoonlijk ingewijd
Rauscher:
-
Ahum! Vanuit de moraal moet ik heftig tegen dit voorstel
- protesteren. Maar, politiek gezien… uitstekend.
Sophie:
-
Van nu af aan
Sophie & Hofkliek:
-
Wij tegen haar
-
De monarchie in gevaar
We moeten iets doen en direct
Voor zij volledig aan de touwtjes trekt
Sophie:
-
Maar wel discreet, Grunne.
Grunne:
-
Geen zorgen, majesteit. Ik zal de dame hoogstpersoonlijk
- uitkiezen in de salon van Frau Wolf.
Sophie & Hofkliek:
-
Wij tegen haar
We moeten iets doen!
Scene 4
De “salon” van Frau Wolf – hoeren
Frau Wolf:
-
Zich zonder gene laten verwennen
-
Dat is toch ons motto hier
Ieder die heer is, hier in de weer is
Wordt bij Frau Wolf weer een dier
Frau Wolf en hoeren:
-
In Frau Wolf’s salon
-
Zegt men nooit pardon
Als de lust U overmant
Frau Wolf:
-
Zorg dat U hier pikant ontspant
Lucheni:
-
Wat is het een beleving
- De dames en omgeving
Frau Wolf:
-
Hier vindt een man echt alles wat hij zoekt
-
Marie is rond en stevig
Helene in bed is hevig
Tatjana, als U dat soms opwindt, vloekt!
Een prijsdier voor de heren
Fernando met de veren
Madlene die met kunstjes bijval boekt
Lucheni:
-
Is wel een risico in bed
- De kleine is helaas besmet
Frau Wolf en hoeren:
-
Zich zonder gene laten verwennen
-
Dat is toch ons motto hier
Ieder die heer is, hier in de weer is
Wordt bij Frau Wolf weer een dier
In Frau Wolf’s salon
Zegt men nooit pardon
Als de lust U overmant
Zorg dat U hier pikant ontspant
Lucheni:
-
Niet ieder komt persoonlijk
-
Wie hoog is stuurt gewoonlijk
Een zeer vertrouwde postiljon d’amour
Die laat zijn blikken glijden
Over de mooie meiden
Kiest voor zijn keizer vast de mooiste hoer
‘t Keizerlijk personage
Bestelt hier een vrijage
Zijn dienaar heeft een kennersblik
Hij wikt en weegt, neemt een besluit
En kiest verdomd de zieke uit
Frau Wolf en hoeren:
-
Zich zonder gene laten verwennen
-
Dat is toch ons motto hier
Ieder die heer is, hier in de weer is
Wordt bij Frau Wolf weer een dier
In Frau Wolf’s salon
Zegt men nooit pardon
Als de lust U overmant
Nergens waar U zo pikant ontspant
Scene 5
Elisabeth’s gymnastiekvertrek – de ziekte
Esterhazy:
-
Help! Een dokter, snel! De keizerin, ze is gevallen! Haal de
- dokter, hij is bij de aartshertogin. Oh, majesteit, oh, wat doet
U nou? Oh, God zij dank, ze komt weer bij.
Majesteit, hebt U pijn?
Elisabeth:
-
Nee…
Esterhazy:
-
Oh, daar is de dokter.
Dokter:
-
Wat is er gebeurd?
Esterhazy:
-
Ze lag bewusteloos onder de ringen. Ze moet duizelig geworden
- zijn. Geen wonder, ze eet ook nooit wat en…
Dokter:
-
Laat ons alleen.
- De pols
Elisabeth:
-
Het gaat al beter…
Dokter:
-
Het hoofd verhit
Elisabeth:
-
Ik heb echt niets…
De Dood:
-
De oogrand, bijna wit
-
Als ik dit zie
En mij niet vergis
Denk ik dat het de Franse ziekte is
Een infectie, majesteit.
Niet levensgevaarlijk, maar onaangenaam.
Men noemt het ook wel ‘geslachtsziekte’.
Elisabeth:
-
Dat is niet waar, hoe komt U daarbij
- Wat U wilt zeggen, mijn God dat kan niet
Dokter:
-
Dat kan niet? Waarom? Ook keizers zijn zwak
Elisabeth:
-
Mijn man is mij trouw
Dokter:
-
Dat is een leugen!
Elisabeth:
-
Maar als dat klopt
- Dan heeft die schoft mijn puurheid als vrouw bezoedeld
Dokter:
-
Zo is het gegaan!
Elisabeth:
-
Ik zal hem verlaten
-
En tot in eeuwigheid haten
Of beter, ik maak me van kant
De Dood:
-
Ja, doe dat, Elisabeth! Ik verheug me op jou!
Elisabeth:
-
Jij!
De Dood:
-
Dit is misschien de laatste kans
-
Kom mee en vlucht met mij
En dans met mij de laatste dans
Dan ben je eindelijk vrij
Elisabeth:
-
Nee, ik blijf hier!
-
Mijn man heeft mij in wezen een groot genoegen gedaan
Nu hij zijn trouw beëindigd heeft lokt nu mijn vrijheid aan
Wat mij niet ombrengt, maakt mij sterk
Ze zullen nog over mij spreken
Zijn vergrijp geeft mij het recht
De keten te verbreken
Ga!
De Dood:
-
Hahahahahahahahahaha!
Scene 6
Balkon Bellaria Hofburg (1872) – confrontatie Sophie en Franz-Joseph
Franz Joseph:
-
Moeder dit gaat mij te ver
-
Ik ben echt diep geschokt
Weer heeft U uw spel gespeeld uit afgunst en uit wrok
Wilt U dat mijn dierbaar huwelijk zinloos wordt verwoest?
Hou toch op met uw bemoeizucht!
Sophie:
-
Hoe durf je!
-
Degene die verwoest is zij
Jij hebt je afgewend van mij
Ze voert jou aan haar leiband mee
Om zich daarmee op mij sluw te wreken
Franz Joseph:
-
Is dat waar?
Sophie:
-
Ja, ik verzet me tegen haar
Franz Joseph:
-
En mij
Sophie:
-
De monarchie is in gevaar
Franz Joseph:
-
Het gaat om haar
Sophie:
-
Die vrouw bekijkt jou met detain
Franz Joseph:
-
Sinds ik haar ontrouw was bloeit mijn liefde op
Sophie:
-
Onze keizerin moet stralen
Franz Joseph:
-
U speelt uw spel
Sophie:
-
En haar hoge taak verrichten
Franz Joseph:
-
Met mij, met haar
Sophie:
-
Kroon en dynastie bepalen
Franz Joseph:
-
Maar niets drijft
Sophie:
-
Al haar plichten
Franz Joseph:
-
Ons tweeën uit elkaar!
Sophie:
-
Uit elkaar? Oh, mijn God… Het gaat om iets veel belangrijkers…
Franz Joseph:
-
Ik was gewend U aan te horen
-
Maar niets zal mijn geluk verstoren
Ik blijf bij haar, al gaat U ook tekeer
Sophie:
-
Is dat nu mijn loon?
-
Harteloze zoon
Mij heb je te danken
Heel je troon en kroon
Hard te zijn en streng
Valt een vrouw niet licht
‘K heb me opgeofferd
Alles voor de plicht
Plicht of ondergang
Maar het is te laat
Als jij het kon begrijpen
En mijn taal verstaat
Mij verstaat
Scene 7
Een gekkenhuis – Waanzin
Lucheni:
-
Ciao, ciao, ciao, altezza! De aartshertogin sterft. Wat blijft haar anders over, nu haar zoon niet meer luisteren wil, en alles doet om zich met Elisabeth te verzoenen. Hij overlaadt haar met geschenken, een jacht, een stoeterij, een kasteel… Maar de keizerin is niet tevreden. Nee. Wat zij werkelijk wil, als cadeautje, is een gekkenhuis!
Eigenaar:
-
Majesteit! Wat een eer dat U onze inrichting komt bezoeken!
Elisabeth:
-
Ik wil graag de patiënten zien.
Eigenaar:
-
Natuurlijk, loopt U maar mee.
Fraulein Windisch:
-
Schande, het is ongepast
-
Wat matigt zij zich aan
Dat is toch niet de keizerin?
Hoe durft die vrouw
Dat mens is werkelijk stapelgek
Elisabeth ben ik!
Elisabeth:
-
Laat haar los. Ik wil met haar spreken.
- Kijk me aan
Fraulein Windisch:
-
Kijk me aan
Elisabeth:
-
Herken jij niet
Fraulein Windisch:
-
Herken jij niet
Elisabeth & Fraulein Windisch:
-
Jouw keizerin Elisabeth?
Elisabeth:
-
Buig voor me.
Fraulein Windisch:
-
Leugenaarster, druktemaakster, hou je mond
Gekken:
-
Leugenaarster, druktemaakster, hou je mond
Fraulein Windisch:
-
En nu knielen jij
- Breng haar naar het gekkenhuis, daar hoort ze thuis
Gekken:
-
Daar hoort ze thuis
Fraulein Windisch:
-
Ik beveel het je
Elisabeth:
-
Wat zou ik jou graag willen zijn
-
In een dwangbuis, niet in een korset
Zij snoerden slechts jouw lichaam vast
Mij wordt de ziel gebonden
Ik leverde strijd
Heb alles gedurfd
En wat heb ik bereikt?
Niets, niets, echt niets
En het enige antwoord lijkt de waanzin
En de enige redding is de val
Hoe lonkt mij de afgrond
‘t Liefste liet ik mij u vallen
Waarom huiver ik voor de sprong?
Was ik maar niet voorbestemd Elisabeth te zijn
Dan was ik als Titania
Die enkel glimlacht als men zegt
Ze is geschift
Ik dans op het koord
En de angst maakt me ziek
Want kijk ik omlaag dan zie ik
Niets, niets, echt niets
ik ga tastend verder met zoekende tred
en wordt alsmaar banger voor het
niets niets echt niets !Waanzin zou mij waarschijnlijk pas bevrijden
Maar voor waanzin mis ik de moed
Ik laat me niet kennen en hou me maar groot
Alsof mijn leven meer dan leugens en pijn in zich droeg
Als was niets, niets, echt niets genoeg
Scene 8
Rusteloze jaren – Elisabeth’s vlucht
Hofkliek:
-
Hoe kan zij genezen?
-
Door de verandering van lucht
Zij wil naar Madeira
Dat is de keizer veel te ver
Dat zal haar niet weerhouden
Want daar wil ze heel graag heen
Franz Joseph:
-
Ik hoop niet dat je getergd wordt door al te grote pijn
- Ik tel de dagen tot je weer terug zal zijn
Hofdames:
-
Nooit wil ze wat rusten
-
Nooit op dezelfde plek
Nauwelijks aangekomen geeft ze teken voor het vertrek
Dan weer steile paden, morgen weer langs de zee
Uitgeput en buiten adem rennen we met haar mee
Lucheni:
-
Spiegel, spiegel aan de wand
-
Tien jaar reist zij nu van land tot land
Dan mag men toch wel even vragen
Is ze nog wel zo jong?
Niet soms?
En wat is dit? Een grijze haar!
Franz Joseph:
-
Sinds moeder dood is, m’n liefste, mis ik je nog veel meer
- Rudolf wordt achtentwintig, hij irriteert me zeer
Hofdames:
-
Nooit wil ze wat rusten
-
Nooit op dezelfde plek
Nauwelijks aangekomen geeft ze teken tot het vertrek
Dan weer steile paden, morgen weer langs de zee
Uitgeput en buiten adem rennen we met haar mee
Lucheni:
-
Zij vlucht achttien jaren lang
-
Weg van het niets, lijkt panisch bang
Dan mag men toch wel even vragen
Is ze nog wel zo mooi?
Niet soms?
Franz Joseph:
-
Rudolf, dit gaat echt te ver
-
Men heeft mij ingelicht
Jij schrijft stukken voor de krant
En tegen mij gericht
Rudolf:
-
Da’s niet waar
Franz Joseph:
-
Ontken maar niet wat al bewezen is
Rudolf:
-
Dat U mij bespioneert
- Uw eigen zoon!
Franz Joseph:
-
Je mengt je in de politiek
Rudolf:
-
Dat is mijn recht
Franz Joseph:
-
In ‘t openbaar had jij kritiek
Rudolf:
-
Ik meen het echt
Franz Joseph:
-
Jij kiest de kant van de Hongaar
Rudolf:
-
Net als mama
Franz Joseph:
-
Laat je moeder hierbuiten
Rudolf:
-
Ik lijk op haar, zij denkt zoals ik
- Daarom heeft zij U verlaten
Franz Joseph:
-
Dat is niet waar!
Rudolf:
-
De angst maakt U blind
- Over de toekomst zult U niet praten
Franz Joseph:
-
Zwijg over wat je toch niet begrijpt
Rudolf:
-
Ik niet begrijp? U richt ons te gronde
- Mij en mama en het Habsburgse Rijk
Franz Joseph:
-
Dat is brutaal!
Rudolf:
-
Wie niet veranderen wil die oogst enkel nog haat